Vertaling van taxi

Inhoud:

Nederlands
Spaans
taxi {zn.}
taxi [m] (el ~)
Taxi
Taxi
Kunt u een taxi voor me bestellen?
¿Podés llamarme un taxi?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Taxi

Taxi

Kunt u een taxi voor me bestellen?

¿Podés llamarme un taxi?

Neem een taxi naar het hotel.

Toma un taxi al hotel.

Hij riep een taxi voor mij.

Él me llamó un taxi.

Ik nam een taxi, omdat het regende.

Cogí un taxi porque llovía.

Ik nam een taxi, omdat de bus te laat was.

Tomé un taxi porque el bus venía atrasado.

We namen een taxi om er op tijd te geraken.

Nosotros tomamos un taxi para llegar a tiempo.