Vertaling van trap

Inhoud:

Nederlands
Spaans
trap {zn.}
avutarda
schop, trap {zn.}
puntapié [m] (el ~)
patada [v] (la ~)
graad, mate, trap {zn.}
cargo [m] (el ~)
jerarquía [v] (la ~)
grado [m] (el ~)
schot [o], smash, trap {zn.}
chott
opgang [m], trap [m] {zn.}
escalera [v] (la ~)
Zij ging vlug de trap op.
Ella subió rápido por la escalera.
Vertrouwen is het nemen van de eerste stap, zelfs als je niet de hele trap kunt zien.
La fe es dar el primer paso, aún cuándo no ves la escalera entera.
schoppen, trappen {ww.}
acocear

ik trap

yo acoceo
» meer vervoegingen van acocear



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Zij ging vlug de trap op.

Ella subió rápido por la escalera.

Tom duwde Mary van de trap af.

Tom empujó a Mary por las escaleras.

Ze ging de trap op naar haar slaapkamer.

Ella subió a su dormitorio.

Tom viel van de trap af en stootte zijn hoofd.

Tom se cayó de las escaleras y se golpeó la cabeza.

Vertrouwen is het nemen van de eerste stap, zelfs als je niet de hele trap kunt zien.

La fe es dar el primer paso, aún cuándo no ves la escalera entera.


Gerelateerd aan trap

schop - graad - mate - schot - smash - opgang - schoppen - trappen