Vertaling van vegeteren
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
groeien, vegeteren {ww.}
vegetar
wij vegeteren
jullie vegeteren
zij vegeteren
nosotros vegetamos
vosotros vegetáis
ellos/ellas vegetan
			 					» meer vervoegingen van vegetar
		 					
wij vegeteren
jullie vegeteren
zij vegeteren
nosotros vegetamos
vosotros vegetáis
ellos/ellas vegetan
			 					» meer vervoegingen van vegetar