Vertaling van wapenen
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
wapenen, bewapenen {ww.}
armar
wij wapenen
jullie wapenen
zij wapenen
nosotros armamos
vosotros armáis
ellos/ellas arman
			 					» meer vervoegingen van armar
		 					
blazoen , insigne, wapen (mv. wapenen) {zn.}
insignia 
blazoen , wapen (mv. wapenen), wapenschild {zn.}
blasón 
wapen (mv. wapenen) {zn.}
arma