Vertaling van zonnen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
zonnebaden, zonnen {ww.}
asolear
insolar
solear
insolar
solear
wij zonnen
jullie zonnen
zij zonnen
nosotros asoleamos
vosotros asoleáis
ellos/ellas asolean
» meer vervoegingen van asolear
zon (mv. zonnen) {zn.}
sol
Vandaag schijnt de zon.
Hoy hace sol.
De zon heeft negen planeten.
El Sol tiene nueve planetas.