Vertaling van zwart
ik zwart
jij zwart
hij/zij/het zwart
yo ennegrezco
tú ennegreces
él/ella ennegrece
» meer vervoegingen van ennegrecer
Voorbeelden in zinsverband
De kat is zwart.
El gato es negro.
Zwart staat je goed.
El negro te sienta bien.
Het is een zwart gat.
Es un agujero negro.
Hij heeft een zwart hemd.
Tiene una camisa negra.
Zij was helemaal in het zwart gekleed.
Ella estaba vestida entera de negro.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Ella siempre se viste de negro.
We associëren zwart vaak met de dood.
A menudo asociamos el negro con la muerte.
Hij heeft zijn koffie graag zwart.
Le gusta el café negro.
Een raaf is zwart als kool.
El cuervo es tan negro como el carbón.
We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.
Tenemos dos gatos; uno es blanco y el otro negro.
Ik heb een kat en een hond. De kat is zwart, en de hond wit.
Tengo un gato y un perro. El gato es negro y el perro es blanco.
Ik heb een hond. Hij is zwart en zijn naam is Tiki.
Tengo un perro. Es negro y su nombre es Tiki.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Mirando a través del escaparate, los ojos de Dima se abrieron de golpe al fijarse en un maravilloso traje negro, y se abrieron todavía más al ver los 3.000.000,99 BYR que costaba en la etiqueta