Vertaling van Italië

Inhoud:

Nederlands
Frans
Italië [o] (narticle ~) {eigenn.}
Italie  [v]


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Italië is een schiereiland.

L'Italie est une péninsule.

Mijn oom heeft een huis in Italië.

Mon oncle a une maison en Italie.

De hoofdstad van Italië is Rome.

La capitale de l'Italie est Rome.

Italië grenst in het noorden aan Zwitserland.

L'Italie est bordée au nord par la Suisse.

Wanneer keert ge terug naar Italië?

Quand retournez-vous en Italie ?

Wanneer keert ge terug naar Italië?

Quand retournez-vous en Italie ?

Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.

L'Allemagne fut autrefois l'alliée de l'Italie.

Ze ging naar Italië om literatuur te studeren.

Elle est allée en Italie dans le but d'étudier la littérature.

Voor zover ik weet is hij geboren in Italië.

À ce que je sais, il pourrait bien être né en Italie.

Ze zijn rijke Engelse dames op reis naar Italië.

Ce sont de riches Anglaises en vacances en Italie.

Ver weg aan de andere kant van de zee ligt het zonnige land Italië.

Loin au-delà des mers se trouve l'Italie ensoleillée.


Gerelateerd aan Italië