Vertaling van Londen
Voorbeelden in zinsverband
Ben ik in Londen?
Suis-je à Londres ?
Morgenochtend vertrek ik naar Londen.
Je pars pour Londres demain matin.
Ik ben in Londen geweest.
Je suis déjà allé à Londres.
Londen werd verscheidene keren gebombardeerd.
Londres fut bombardé plusieurs fois.
Hoe laat is het nu in Londen?
Quelle heure est-il à Londres maintenant ?
Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
Quand êtes-vous revenus de Londres ?
Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?
Quand es-tu revenu de Londres ?
Er zijn veel parken in Londen.
Il y a de nombreux parcs à Londres.
Ik heb een vriend die in Londen woont.
J'ai un ami qui vit à Londres.
Die stad kan je ten westen van Londen vinden.
La ville se situe à l'ouest de Londres.
Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist.
Londres - où j'habite - est réputé pour son brouillard.
Londen, de hoofdstad van Engeland, ligt aan de Theems.
Londres, la capitale de l'Angleterre, est située sur la Tamise.
Vergeet niet ons te schrijven, wanneer je in Londen aangekomen bent.
Pense à nous laisser un mot dès que tu arrives à Londres.
Ik heb een zoon en een dochter. De ene is in New York, en de andere in Londen.
J'ai un fils et une fille. L'un est à New York, et l'autre à Londres.