Vertaling van aanslaan

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanslaan, belasten, belasting heffen op, veraccijnzen {ww.}
imposer 

ik zal aanslaan
jij zult aanslaan
hij/zij/het zal aanslaan

j'imposerai
tu imposeras
il/elle imposera
» meer vervoegingen van imposer

aanslaan, opspringen, stuiten, afstuiten, terugspringen {ww.}
rebondir 

ik zal aanslaan
jij zult aanslaan
hij/zij/het zal aanslaan

je rebondirai
tu rebondiras
il/elle rebondira
» meer vervoegingen van rebondir



Gerelateerd aan aanslaan

belasten - belasting heffen op - veraccijnzen - opspringen - stuiten - afstuiten - terugspringen