Vertaling van afrukken

Inhoud:

Nederlands
Frans
afbreken, afrukken, plukken, afplukken, wegscheuren {ww.}
cueillir 

ik zal afrukken
jij zult afrukken
hij/zij/het zal afrukken

je cueillerai
tu cueilleras
il/elle cueillera
» meer vervoegingen van cueillir


Gerelateerd aan afrukken

afbreken - plukken - afplukken - wegscheuren