Vertaling van afspelen
Nederlands
Frans
afspelen {ww.}
réécouter
repasser
repasser
ik zal afspelen
jij zult afspelen
hij/zij/het zal afspelen
je réécouterai
tu réécouteras
il/elle réécoutera
			 					» meer vervoegingen van réécouter
		 					
ik zal afspelen
jij zult afspelen
hij/zij/het zal afspelen
je réécouterai
tu réécouteras
il/elle réécoutera
			 					» meer vervoegingen van réécouter