Vertaling van angst

Inhoud:

Nederlands
Frans
angst [m] {zn.}
peur  [v] (la ~)
anxiété  [v] (l' ~)
Haar angst was voor iedereen duidelijk.
Son anxiété était visible par tous.
Die jongen toonde geen angst.
Ce garçon n'a témoigné d'aucune peur.
angst [m], bezorgdheid [v], spanning [v] {zn.}
anxiété  [v] (l' ~)
angst [m], beklemming [v], benauwdheid [v], zielsangst [m] {zn.}
angoisse  [v] (l' ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Die jongen toonde geen angst.

Ce garçon n'a témoigné d'aucune peur.

Haar angst was voor iedereen duidelijk.

Son anxiété était visible par tous.

"Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè?" "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."

« Hippopotomonstrosesquippedaliophobie est un mot plutôt long, n'est-ce pas ? » « Oui, mais sais-tu ce que cela veut dire ? » « En fait, je ne sais pas. » « Cela signifie la peur des mots longs. » « C'est ironique. »


Gerelateerd aan angst

synoniemen

bezorgdheid - spanning - beklemming - benauwdheid - zielsangst