Vertaling van bang

Inhoud:

Nederlands
Frans
bang, beducht, bezorgd, ongerust {bn.}
agité 
inquiet 
bang, benepen, beschroomd, schroomvallig, schuw, vreesachtig {bn.}
peureux 
timide 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik ben niet bang.

Je n'ai pas peur.

Ik ben niet bang.

Je n'ai pas peur.

Wees niet bang.

N'ayez pas peur !

Ik ben bang voor aardbevingen.

Je crains les tremblements de terre.

Mary is bang voor spinnen.

Marie a peur des araignées.

Kikkers zijn bang van slangen.

Les grenouilles ont peur des serpents.

Ze is bang voor onweer.

Elle a peur du tonnerre.

Ik ben helemaal niet bang.

Je n'ai absolument pas peur.

Ben je bang voor Tom?

As-tu peur de Tom ?

Ze is nergens bang voor.

Elle n'a peur de rien.

Ze was bang voor de hond.

Elle avait peur du chien.

Hij is bang voor de zee.

Il a peur de la mer.

De katten zijn bang voor water.

Les chats craignent l'eau.

Ze zijn niet bang van de dood.

Ils n'ont pas peur de la mort.

Ik ben bang dat het gaat regenen.

J'ai peur qu'il pleuve.


Gerelateerd aan bang

beducht - bezorgd - ongerust - benepen - beschroomd - schroomvallig - schuw - vreesachtig