Vertaling van bed
Voorbeelden in zinsverband
Ik moet naar bed.
Je dois aller dormir.
Hij zat op het bed.
Il s'assit sur le lit.
Ik lig op mijn bed.
Je me suis allongé sur mon lit.
Er zit een monster onder m'n bed.
Il y a un monstre sous mon lit.
Tom ligt in bed met koorts.
Tom est au lit avec de la fièvre.
Ze stopt de kinderen in bed.
Elle est en train de mettre les enfants au lit.
Je moet vroeg naar bed gaan.
Vous devriez aller tôt au lit.
Jij verkiest om naar bed te gaan.
Tu préfères aller au lit.
Het ganse gezin lag ziek in bed.
Toute la famille était malade au lit.
Ik wil nog niet naar bed!
Je ne veux pas encore aller au lit !
Het wordt hoog tijd dat je naar bed gaat.
Il est grand temps que tu ailles au lit.
Nadat ik TV gekeken had, ging ik naar bed.
Après avoir regardé la télévision, je suis allé me coucher.
Doe het raam op slot voor je naar bed gaat.
Fermez la fenêtre avant d'aller vous coucher.
Omdat het al laat was ging ik naar bed.
Comme il était déjà tard, je suis allée dormir.
Het is te vroeg om naar bed te gaan.
C'est trop tôt pour aller au lit.