Vertaling van bezet

Inhoud:

Nederlands
Frans
bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen {ww.}
occuper 

ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet

j'occupe
tu occupes
il/elle occupe
» meer vervoegingen van occuper



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Het is bezet.

C'est occupée.

Zijt ge bezet morgennamiddag?

Êtes-vous occupée demain après-midi ?

De vergaderzaal is momenteel bezet.

La salle de réunion est occupée pour le moment.


Gerelateerd aan bezet

bekleden - beslaan - bezetten - bezig houden - in beslag nemen