Vertaling van boog
Inhoud:
Nederlands
Frans
ik boog
jij boog
hij/zij/het boog
j'inclinais
tu inclinais
il/elle inclinait
» meer vervoegingen van incliner
ik boog
jij boog
hij/zij/het boog
je fléchissais
tu fléchissais
il/elle fléchissait
» meer vervoegingen van fléchir
ik boog
jij boog
hij/zij/het boog
je courbais
tu courbais
il/elle courbait
» meer vervoegingen van courber
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Hij boog voor zijn leerkracht.
Il s'inclina devant son professeur.
Zij boog zich over het kind.
Elle se pencha sur l'enfant.
Hij boog zich over haar en zei, "Nee, ik lieg niet."
Il se pencha au-dessus d'elle et dit : « Non, je ne mens pas. »