Vertaling van dalen

Inhoud:

Nederlands
Frans
dalen, landen, neerstrijken {ww.}
s'abattre 
atterrir 
dalen, zakken, verzakken, wegzakken, zinken {ww.}
baisser 
s'abaisser 
afnemen, dalen, kleiner worden, verminderen {ww.}
diminuer 

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

nous diminuons
vous diminuez
ils/elles diminuent
» meer vervoegingen van diminuer



Gerelateerd aan dalen

landen - neerstrijken - zakken - verzakken - wegzakken - zinken - afnemen - kleiner worden - verminderen