Vertaling van fris

Inhoud:

Nederlands
Frans
fris, luchtig, onbedorven, vers {bn.}
frais 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Het is fris vandaag.

Il fait frais aujourd'hui.

Een kort middagdutje en hoplakee, ik ben weer fris als een hoentje.

Une petite sieste et hop, je suis frais comme un gardon.


Gerelateerd aan fris

luchtig - onbedorven - vers