Vertaling van geeuwen

Inhoud:

Nederlands
Frans
gapen, geeuwen {ww.}
bâiller 

wij geeuwen
jullie geeuwen
zij geeuwen

nous bâillons
vous bâillez
ils/elles bâillent
» meer vervoegingen van bâiller

gaap [m], geeuw (mv. geeuwen) [m] {zn.}
bâillement  [m] (le ~)


Gerelateerd aan geeuwen

gapen - gaap - geeuw