Vertaling van glimlach

Inhoud:

Nederlands
Frans
glimlach {zn.}
sourire  [m] (le ~)
Hij antwoordde mij met een glimlach.
Il me répondit d'un sourire.
Hij begroette me met een glimlach.
Il me salua d'un sourire.
glimlachen {ww.}
sourire 

ik glimlach

je souris
» meer vervoegingen van sourire

Ik hou van uw manier om te glimlachen.
J'aime ta façon de sourire.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij antwoordde mij met een glimlach.

Il me répondit d'un sourire.

Hij begroette me met een glimlach.

Il me salua d'un sourire.

Jouw glimlach maakt me altijd blij.

Votre sourire me rend toujours heureux.

Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!

Il aime ses cheveux, son sourire, ses yeux ? Waouh, il est vachement fort pour dire des mensonges !


Gerelateerd aan glimlach

glimlachen