Vertaling van keer

Inhoud:

Nederlands
Frans
keer, maal {zn.}
fois  [v] (la ~)
Dit is de eerste keer.
C'est la première fois.
Dit is de laatste keer.
Ça c'est la dernière fois.
verandering [v], verzetting [v], wijziging [v], wisseling [v], keer, omkeer {zn.}
transformation  [v] (la ~)
kentering [v], verandering [v], keer, verloop {zn.}
altération [v] (l' ~)
transformation  [v] (la ~)
draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken {ww.}
tourner 
retourner 

ik keer

je tourne
» meer vervoegingen van tourner

keren {ww.}
retourner 

ik keer

je retourne
» meer vervoegingen van retourner



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik heb keer op keer geprobeerd.

J'ai essayé encore et encore.

Ik lees de brief keer op keer

J'ai relu la lettre encore et encore.

Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.

Tu continues à commettre les mêmes erreurs à chaque fois.

Dit is de eerste keer.

C'est la première fois.

Dit is de laatste keer.

Ça c'est la dernière fois.

Lees het nog een keer.

Lis-le encore une fois.

Gedane zaken nemen geen keer.

Il ne sert à rien de pleurer sur le lait versé.

Ze eten een keer per week vlees.

Ils mangent de la viande une fois par semaine.

Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.

J'ai vu "Star Wars" deux fois.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

Je suis allé une fois à Kyoto.

Ik heb hem een keer ontmoet.

Je l'ai rencontré une fois.

De volgende keer doe ik het zelf.

La prochaine fois, je le ferai moi-même.

Je bent tien keer zwaarder dan ik.

Vous êtes dix fois plus lourd que je ne le suis.

Deze keer zal ik het proberen.

Cette fois, je vais essayer ça.

Dit keer is Parijs mijn doel.

Cette fois, Paris est mon but.