Vertaling van konijn
Inhoud:
Nederlands
Frans
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Een konijn heeft lange oren.
Les lapins ont de grandes oreilles.
Het konijn eet de wortel.
Le lapin mange la carotte.
Dat was een slecht konijn.
C’était un méchant lapin.
"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.
«Quel est le problème ?» demanda le petit lapin blanc.