Vertaling van kruisen

Inhoud:

Nederlands
Frans
kruisen, over elkaar slaan {ww.}
croiser 

wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen

nous croisons
vous croisez
ils/elles croisent
» meer vervoegingen van croiser

kruisen,  {ww.}
croiser 

wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen

nous croisons
vous croisez
ils/elles croisent
» meer vervoegingen van croiser

hekje [o], kruis (mv. kruisen) [o] {zn.}
carré [m] (le ~)
dièse [m] (le ~)
kruis (mv. kruisen) [o] {zn.}
croix  [v] (la ~)
Ze schonken geld aan het Rode Kruis.
Ils donnèrent de l'argent à la Croix-Rouge.
Zij deed veel vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis.
Elle a fait beaucoup de bénévolat pour la Croix Rouge.
kruis (mv. kruisen) [o], lende {zn.}
reins
lombes
kruis (mv. kruisen) [o], vork [v] {zn.}
fourchette  [v] (la ~)
Er ontbreekt een vork.
Il manque une fourchette.


Gerelateerd aan kruisen

over elkaar slaan - - hekje - kruis - lende - vork