Vertaling van lachen

Inhoud:

Nederlands
Frans
lachen {ww.}
rire 

wij lachen
jullie lachen
zij lachen

nous rions
vous riez
ils/elles rient
» meer vervoegingen van rire

Ik zou niet moeten lachen.
Je ne devrais pas rire.
Dat bracht me aan het lachen.
Ça m'a fait rire.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik zou niet moeten lachen.

Je ne devrais pas rire.

Ik kon niet stoppen met lachen.

Je ne pus m'empêcher de rigoler.

Dat bracht me aan het lachen.

Ça m'a fait rire.

Ze begonnen allemaal tegelijkertijd te lachen.

Ils se mirent à rire tous ensemble.

De mens is het enige dier dat kan lachen.

L’Homme est le seul animal qui peut rigoler.

Mensen lachen me altijd uit wanneer ze er achter komen, dat ik kleurenblind ben.

Les gens se moquent toujours de moi lorsqu'ils s'aperçoivent que je suis daltonienne.

Een Fransman bijvoorbeeld kan misschien moeilijk lachen om een Russische grap.

Un Français, par exemple, pourrait trouver dur de rire à une plaisanterie russe.

Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.

Mais sérieusement, l'épisode 21 m'a presque fait pleurer de rire.