Vertaling van liegen
wij liegen
jullie liegen
zij liegen
nous mentons
vous mentez
ils/elles mentent
» meer vervoegingen van mentir
Voorbeelden in zinsverband
Ze liegen nooit.
Ils ne mentent jamais.
Niet liegen liefste.
Ne mens pas, chéri.
Hij haatte liegen.
Il détestait mentir.
Ze is handig in het liegen.
C'est une menteuse très habile.
Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.
Nous deux savons que vous deux mentez.
De waarheid zeggen is veel gemakkelijker dan liegen.
Dire la vérité est bien plus facile que de mentir.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.
On lui a reproché d'avoir menti à propos de cette histoire.
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!
Il aime ses cheveux, son sourire, ses yeux ? Waouh, il est vachement fort pour dire des mensonges !