Vertaling van lunch

Inhoud:

Nederlands

Frans

middageten [o], middagmaal [o], noenmaal [o], lunch {zn.}

déjeuner [m] (le ~)
dîner [m] (le ~)

Moeder maakte ons middageten klaar.

Mère nous prépara à déjeuner.

Na het middageten keken we tv.

Nous regardâmes la télévision après le déjeuner.

Nederlands

Frans

Ik was mijn handen voor de lunch.

Je me lave les mains avant le déjeuner.

Dat zijn de restjes van de lunch.

Ce sont les restes du repas de midi.

Zou je boterhammen kunnen maken voor de lunch?

Peux-tu te contenter de sandwiches pour déjeuner ?