Vertaling van mat

Inhoud:

Nederlands
Frans
mat, moe, vermoeid {bn.}
fatigué 
las 
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
mesurer 

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

je mesurais
tu mesurais
il/elle mesurait
» meer vervoegingen van mesurer



Gerelateerd aan mat

moe - vermoeid - meten - afmeten - opmeten - opnemen - roeien - uitmeten