Vertaling van meenemen
						Inhoud:
						
Nederlands
Frans
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
j'emporterai
tu emporteras
il/elle emportera
			 					» meer vervoegingen van emporter
		 					
Wat moet ik meenemen?
									Que dois-je emporter ?
								  afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen {ww.}
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
j'emmenerai
tu emmeneras
il/elle emmenera
			 					» meer vervoegingen van emmener
		 					
Je mag wie je maar wilt meenemen.
									Vous pouvez emmener qui vous voulez.
								  Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Wat moet ik meenemen?
Que dois-je emporter ?
Je mag wie je maar wilt meenemen.
Vous pouvez emmener qui vous voulez.
Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?
Est-il besoin que nous amenions nos dictionnaires en classe, demain ?