Vertaling van nacht
Voorbeelden in zinsverband
De nacht is nog jong.
La nuit ne fait que commencer.
Ik ben deze nacht vrij.
Je suis libre ce soir.
Ze werkt dag en nacht.
Elle travaille nuit et jour.
Hij werkt de hele nacht.
Il travaille toute la nuit.
Het was een lange nacht.
La nuit a été longue.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
Il a neigé toute la nuit.
Ze heeft de hele nacht geweend.
Elle a pleuré toute la nuit.
Waarom belde je me niet afgelopen nacht?
Pourquoi ne m'as-tu pas appelée hier soir ?
Wat heb je afgelopen nacht gedaan?
Qu'as-tu fait la nuit dernière ?
Ik kon de hele nacht niet slapen.
Je n'ai pas pu dormir de toute la nuit.
Ik wens haar een goede nacht.
Je lui dis bonne nuit.
Hij werkt de gehele nacht en slaapt de gehele dag.
Il travaille toute la nuit et dort tout le jour.
Vorige nacht was er een grote brand in de buurt.
La nuit dernière, il y a eu un incendie dans le voisinage.
Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
Avez-vous regardé la télévision la nuit dernière ?
De sneeuw heeft de hele stad bedekt gedurende de nacht.
La neige recouvrit toute la ville pendant la nuit.