Vertaling van nagel

Inhoud:

Nederlands
Frans
nagel [m] {zn.}
ongle  [m] (l' ~)
nagel [m], draadnagel [m], spijker [m] {zn.}
clou  [m] (le ~)
Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft ziet elk probleem eruit als een spijker.
Pour celui qui n'a qu'un marteau dans sa trousse à outils, tout problème ressemble à un clou.
nagelen, spijkeren {ww.}
clouer 

ik nagel

je cloue
» meer vervoegingen van clouer



Gerelateerd aan nagel

draadnagel - spijker - nagelen - spijkeren