Vertaling van najaar

Inhoud:

Nederlands
Frans
herfst, najaar {zn.}
automne  [m] (l' ~)
saison  [v] (la ~)
arrière  [m] (l' ~)
In de herfst worden de bladeren geel.
En automne, les feuilles deviennent jaunes.
De hele berg wordt rood in de herfst.
La montagne entière devient rouge en automne.


Gerelateerd aan najaar

herfst