Vertaling van postkantoor

Inhoud:

Nederlands
Frans
postkantoor [o] {zn.}
bureau de poste [m] (le ~)
Ik wil dat je naar het postkantoor gaat.
Je veux que tu ailles au bureau de poste.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik wil dat je naar het postkantoor gaat.

Je veux que tu ailles au bureau de poste.

Dit is een postkantoor, en dat een bank.

Ceci est une poste et cela est une banque.

In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.

J'ai travaillé dans un service postal durant les congés d'été.

Excuseert u mij, kunt u mij de weg naar het postkantoor wijzen?

Excusez-moi, pourriez-vous m'indiquer la route pour la poste ?