Vertaling van pruimen

Inhoud:

Nederlands
Frans
pruimen {ww.}
mâcher

wij pruimen
jullie pruimen
zij pruimen

nous mâchons
vous mâchez
ils/elles mâchent
» meer vervoegingen van mâcher

pruim (mv. pruimen) [v] {zn.}
prune  [v] (la ~)


Gerelateerd aan pruimen

pruim