Vertaling van roepen

Inhoud:

Nederlands
Frans
roepen {ww.}
appeler 

wij roepen
jullie roepen
zij roepen

nous appelons
vous appelez
ils/elles appellent
» meer vervoegingen van appeler

gieren, joelen, roepen, schreeuwen {ww.}
crier 

wij roepen
jullie roepen
zij roepen

nous crions
vous criez
ils/elles crient
» meer vervoegingen van crier

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
J'ai entendu crier une femme.


Gerelateerd aan roepen

gieren - joelen - schreeuwen