Vertaling van schoof

Inhoud:

Nederlands
Frans
bundel [m], garf [v], schoof {zn.}
gerbe  [v] (la ~)
schuiven {ww.}
fourrer 
faire glisser

ik schoof
jij schoof
hij/zij/het schoof

je fourrais
tu fourrais
il/elle fourrait
» meer vervoegingen van fourrer

glibberen, glijden, glippen, schuiven, uitglijden {ww.}
glisser 

ik schoof
jij schoof
hij/zij/het schoof

je glissais
tu glissais
il/elle glissait
» meer vervoegingen van glisser



Gerelateerd aan schoof

bundel - garf - schuiven - glibberen - glijden - glippen - uitglijden