Vertaling van snugger

Inhoud:

Nederlands
Frans
pienter, scherpzinnig, schrander, snugger, spits, vernuftig {bn.}
avisé 
sagace
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
acéré 
aigre 
aigu 
piquant 
rude 
âcre 
coupant 
tranchant 
pointu 
affilé
vive 
marqué 
accusé 
tranché 
saillant 
vif 
perçant 
âpre
cuisant
fort 
acerbe
mordant
incisif
subtil 
pénétrant
fin 
bevattelijk, intelligent, knap, snugger {bn.}
intelligent 


Gerelateerd aan snugger

synoniemen

pienter - scherpzinnig - schrander - spits - vernuftig - slim - bekeken - clever - gis - kien - bijtend - doordringend - fel - guur - schel