Vertaling van steen

Inhoud:

Nederlands
Frans
steen [o] {zn.}
pierre  [v] (la ~)
Een steen drijft niet.
Une pierre ne flotte pas.
Ik kan deze steen niet oppakken.
Je ne suis pas capable de soulever cette pierre.
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
brique  [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Een steen drijft niet.

Une pierre ne flotte pas.

Ik kan deze steen niet oppakken.

Je ne suis pas capable de soulever cette pierre.

Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.

Déplacez cette pierre d'ici à là, s'il vous plaît.


Gerelateerd aan steen

baksteen - bouwsteen - klinker - tichel - stuk