Vertaling van terug
ik betaal terug
jij betaalt terug
hij/zij/het betaalt terug
je reprends
tu reprends
il/elle reprend
» meer vervoegingen van reprendre
ik bel terug
jij belt terug
hij/zij/het belt terug
je rappelle
tu rappelles
il/elle rappelle
» meer vervoegingen van rappeler
Voorbeelden in zinsverband
Welkom terug!
Soyez de nouveau la bienvenue !
Kom snel terug.
Reviens bientôt.
Ik ben zo terug.
Je reviens de suite.
Ik ben zo terug.
Je reviens de suite.
Ik kom terug.
Je reviendrai.
Kijk niet terug.
Ne regarde pas derrière toi.
Schrijf alsjeblieft gauw terug.
Écris bientôt en retour, s'il te plaît.
Geef het terug!
Rendez-la !
Is hij al terug?
Est-il déjà de retour ?
Ik ga niet terug.
Je ne rentrerai pas.
Ik ben zo terug.
Je serai de retour en moins de deux.
Ik ben zo terug.
Je reviens de suite.
Ik ga terug.
Je sors.
Ik wuifde terug naar hem.
Je lui fis signe de la main en retour.
Bill komt volgende week terug.
Bill reviendra la semaine prochaine.