Vertaling van trots

Inhoud:

Nederlands
Frans
trots, met trots {bw.}
fièrement 
altièrement
fier, prat, trots {bn.}
fier 
altier
in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots {vz.}
malgré 
hovaardij [v], trots {zn.}
orgueil  [m] (l' ~)
in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots {bw.}
en dépit de 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik ben zeer trots op mijn zoon.

Je suis très fier de mon fils.

Ze is trots op haar dochter.

Elle est fière de sa fille.

Hij is trots op zijn zoon.

Il est fier de son fils.

Engeland is trots op zijn poëten.

L'Angleterre est fière de ses poètes.

Ze is trots op haar dochter.

Elle est fière de sa fille.

Ik ben trots op zijn eerlijkheid.

Je suis fier de son honnêteté.

Ik ben trots op mijn nederigheid.

Je me vante de mon humilité.

Ik ben zeer trots op mijn vader.

Je suis très fier de mon père.

Hij is trots, dat zijn vader een beroemde wetenschapper was.

Il est fier de ce que son père était un grand scientifique.

Ze was te trots om hem om hulp te vragen.

Elle était trop fière pour lui demander de l'aide.

Hé, ik mag dan geen geld hebben, maar ik heb nog wel mijn trots.

Eh, j'ai peut-être pas d'argent, mais j'ai toujours ma fierté.

De vlaggen van de wereld wapperen trots bij het hoofdkwartier van de Verenigde Naties.

Les drapeaux du monde flottent fièrement devant le siège des Nations Unies.


Gerelateerd aan trots

met trots - fier - prat - in weerwil van - niettegenstaande - ondanks - ten spijte van - hovaardij