Vertaling van trui

Inhoud:

Nederlands
Frans
jersey [m], jumper [m], sweater [m], trui [v], vest [o] {zn.}
maillot
maillot de corps [m] (le ~)
Contador won de gele trui in de ronde van Frankrijk.
Contador a gagné le maillot jaune au Tour de France.
zeug [v], keu, trui {zn.}
truie  [v] (la ~)
coche [m] (le ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik kocht een wollen trui.

J'ai acheté un pull en laine.

Contador won de gele trui in de ronde van Frankrijk.

Contador a gagné le maillot jaune au Tour de France.


Gerelateerd aan trui

jersey - jumper - sweater - vest - zeug - keu