Vertaling van vaardig

Inhoud:

Nederlands
Frans
bedreven, behendig, bekwaam, handig, vaardig {bn.}
adroit 
habile 
afvaardigen, delegeren {ww.}
déléguer 

ik vaardig af

je délègue
» meer vervoegingen van déléguer

afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen {ww.}
déléguer

ik vaardig af

je délègue
» meer vervoegingen van déléguer

afkondigen, proclameren, uitvaardigen, verkondigen {ww.}
proclamer 

ik vaardig uit

je proclame
» meer vervoegingen van proclamer