Vertaling van vaarwel

Inhoud:

Nederlands
Frans
afscheid [o], vaarwel, adieu {zn.}
adieu  [m] (l' ~)
Vaarwel.
Adieu !
adieu, vaarwel, aju, ajuus, adie, adee {tw}
adieu 
afscheid nemen, afscheid nemen van, vaarwelzeggen, vaarwelzeggen tegen {ww.}
faire ses adieux
prendre congé de
dire adieu