Vertaling van vriend

Inhoud:

Nederlands
Frans
vriend [m], vrind, amice {zn.}
ami  [m] (l' ~)
Hij is haar vriend.
Il est son ami.
Hij is mijn vriend.
Il est mon ami.
geliefde, minnaar, vriend [m], vrijer {zn.}
amoureux 
amant  [m] (l' ~)
Iets in zijn gezicht herinnerde mij aan een oude vriend van mij.
Quelque chose dans son visage me rappelle réellement un de mes anciens amoureux.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij is haar vriend.

Il est son ami.

Hij is mijn vriend.

Il est mon ami.

Je was mijn vriend.

Vous avez été mon amie.

Mijn vriend leert Koreaans.

Mon ami apprend le coréen.

Bob is mijn vriend.

Bob est mon ami.

Hij is mijn vriend.

C'est mon ami.

Ge zijt mijn vriend.

Tu es mon ami.

Je bent mijn beste vriend.

Tu es mon meilleur ami.

Niet zo vlug, jonge vriend.

Minute Papillon !

Mijn vriend heeft me geholpen.

Mon amie m'aida.

Bill is mijn beste vriend.

Bill est mon meilleur ami.

Gin is mijn vriend niet.

Gin n'est pas mon ami.

Hij is mijn beste vriend.

Il est mon meilleur ami.

Ik heb uw vriend ontmoet.

J’ai rencontré ton ami.

Hij is mijn beste vriend.

C'est mon meilleur ami.


Gerelateerd aan vriend

vrind - amice - geliefde - minnaar - vrijer