Vertaling van waggelen
						Inhoud:
						
Nederlands
Frans
wij waggelen
jullie waggelen
zij waggelen
nous hésitons
vous hésitez
ils/elles hésitent
			 					» meer vervoegingen van hésiter
		 					
strompelen, waggelen, wankelen {ww.}
tituber
vaciller
chanceler
vaciller
chanceler
wij waggelen
jullie waggelen
zij waggelen
nous titubons
vous titubez
ils/elles titubent
			 					» meer vervoegingen van tituber