Vertaling van zabberen

Inhoud:

Nederlands
Frans
kwijlen, speeksel afscheiden, zabberen, zeveren {ww.}
baver 

wij zabberen
jullie zabberen
zij zabberen

nous bavons
vous bavez
ils/elles bavent
» meer vervoegingen van baver



Gerelateerd aan zabberen

kwijlen - speeksel afscheiden - zeveren