Vertaling van zelf
Voorbeelden in zinsverband
Maak je huiswerk zelf.
Effectue tes devoirs par toi-même.
Ik heb het zelf gemaakt.
Je l'ai fait moi-même.
Ik heb het zelf gezien.
Je l'ai vu par moi-même.
Hij heeft het zelf gedaan.
Il l'a fait tout seul.
Je kan beter zelf gaan.
Tu peux aussi t'y rendre toi-même.
Hij heeft het zelf gedaan.
Il l'a fait par lui-même.
Tenslotte moet iedereen zelf leren.
Tout le monde doit apprendre par soi-même en fin de compte.
Niet erg, ik kan het zelf doen.
Cela ne fait rien, je peux le faire moi-même.
Je moet zelf voor je hond zorgen.
Vous devez vous occuper de votre chien vous-même.
De volgende keer doe ik het zelf.
La prochaine fois, je le ferai moi-même.
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Je ne peux porter seule cette valise.
Ik heb zelf ook al een paar keer parkeerboetes betaald.
J'ai moi-même payé des tas de fois des amendes pour stationnement interdit.
Welke kleur heeft de auto die ze zelf gekocht heeft?
De quelle couleur est la voiture qu'elle a elle-même achetée ?
We zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals we zelf zijn.
Nous ne voyons pas les choses comme elles sont, mais comme nous sommes.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
Je suis trop bête... J'essaie de t'expliquer des choses que je ne comprends pas moi-même.