Vertaling van TV

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
televisie [v], TV {zn.}
TV
televisione
tivù
Hij kijkt TV.
Sta guardando la TV.
Laten we TV kijken.
Guardiamo la TV.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Maria kijkt graag TV.

A Mary piace guardare la TV.

Hij kijkt TV.

Sta guardando la TV.

Ik kijk tv.

Vedo la televisione.

De tv werkt niet.

La televisione non funziona.

Laten we TV kijken.

Guardiamo la TV.

Hij kijkt helemaal geen TV.

Lui non guarda per niente la TV.

Zonder tv kan ik niet leven.

Non posso vivere senza TV.

Mijn moeder kijkt niet graag TV.

A mia madre non piace guardare la TV.

Ik zie hem soms op tv.

Lo vedo a volte in TV.

Zet de tv alsjeblieft wat zachter.

Abbassi la TV, per piacere.

Ik kijk vaak TV voor het avondeten.

Guardo spesso la TV prima di cena.

Nu ga ik naar het nieuws kijken op TV.

Guarderò adesso le notizie in TV.

Mijn broer is naar TV aan het kijken.

Mio fratello sta guardando la TV.

Nadat ik TV gekeken had, ging ik naar bed.

Dopo aver guardato la TV sono andata a letto.

Ik heb geen zin om tv te kijken.

Non ho voglia di guardare la TV.


Gerelateerd aan TV

televisie