Vertaling van aanhoren
						Inhoud:
						
Nederlands
Italiaans
aanhoren, luisteren, beluisteren, toehoren, toeluisteren {ww.}
ascoltare
wij aanhoren
jullie aanhoren
zij aanhoren
noi ascoltiamo
voi/Voi ascoltate
loro/Loro ascoltano
			 					» meer vervoegingen van ascoltare
		 					
Mijn hobby is muziek beluisteren.
									Il mio hobby è ascoltare musica.
								  Je hoeft niet te luisteren naar wat hij zegt.
									Non dovete ascoltare quello che dice.