Vertaling van aankleden
						Inhoud:
						
Nederlands
Italiaans
kleden, aankleden, omkleden, staan {ww.}
vestire
ik zal aankleden
jij zult aankleden
hij/zij/het zal aankleden
io vestirò
tu vestirai
lui/lei/Lei vestirà
			 					» meer vervoegingen van vestire