Vertaling van aanleggen
						Inhoud:
						
Nederlands
Italiaans
aanleggen, bouwen, construeren {ww.}
costruire
ik zal aanleggen
jij zult aanleggen
hij/zij/het zal aanleggen
io costruirò
tu costruirai
lui/lei/Lei costruirà
			 					» meer vervoegingen van costruire